Voor het eerst sinds twintig jaar is de piramide van Oenas te Sakkara weer voor het publiek opengesteld. Koning Oenas was de laatste heerser van de 5de dynastie. Zijn piramide met een oorspronkelijke hoogte van 43 meter is betrekkelijk klein. De buitenkant van het bouwwerk is door de eeuwen heen zwaar in verval geraakt. Boven de ingang aan de noordzijde was een kleine kapel met een offertafel gebouwd. Door middel van een dalende gang bereikt men een horizontale gang. Daarin hebben drie granieten valdeuren gezeten. De gang komt uit op een ruimte die de ‘vestibule’ wordt genoemd. Ten oosten van de vestibule bevinden zich drie kleine kamertjes. Waarschijnlijk werden die als voorraadkamers gebruikt. Ten westen van de vestibule ligt de grafkamer. Daar bevindt zich een basalten sarcofaag die enkele centimeters in de vloer is verzonken. Door de Fransman Maspero (1846-1916) werden in 1881 nog delen van een mummie in de sarcofaag aangetroffen. Het betrof een deel van de schedel, een scheenbeen en losse botten uit de rechterarm van de overledene. Hoewel het niet helemaal zeker is, lijkt het toch waarschijnlijk dat het hierbij om de stoffelijke resten van koning Oenas gaat. De belangrijkste bijzonderheid is dat er op de wanden van de grafkamer uitgehakte en vervolgens blauw ingekleurde hiërogliefen voorkomen. Deze Piramidenteksten beschrijven een zeer bijzondere werkelijkheid waarin de overleden koning Oenas is terechtgekomen. De spreuken staan niet alleen in nauwe relatie tot de koning, maar ook aan de aan hem gelijkgestelde god Osiris en de zonnegod Ra. De ogenschijnlijke tegenstelling tussen de god van het vruchtbare land en de god van de zon wordt in een magische wereld door middel van vele woordspelingen en associaties samengesmolten tot een voor de Egyptenaren volstrekt logisch geheel. Voor de westersdenkende mens vormen deze spreuken echter een grote uitdaging om ze te kunnen doorgronden.
Lees het hele artikel: Egypt Reopens ‘Pyramid of Unas’ After 20-Year Closure.
Lees ook het kemet-artikel: De piramide van Oenas.