Een jaar na de inbraak
Op 25 januari 2011 begon de revolutie in Egypte. Drie dagen later werd in het Egyptisch Museum aan het Tahrirplein onder mysterieuze omstandigheden ingebroken. Deze omstandigheden, en de al dan niet opzettelijke vaagheden in de pers in de periode erna, waren de directe aanleiding voor Huub Pragt om Kunstroof in Egypte te schrijven. Zijn streven om het onderwerp met behulp van een fictief verhaal levend te houden en onder de aandacht te brengen, lijkt een jaar later nog altijd op zijn plaats.
Nog steeds missen vele voorwerpen en zijn er vragen over het verloop van gebeurtenissen in de bewuste nacht van de inbraak. Nog altijd is er onduidelijkheid over de precieze hoeveelheid gestolen objecten en doen diverse lijsten de ronde. In het artikel over Bastet staan de belangrijkste genoemd. Tot nu toe ontbreekt van de unieke objecten uit de Amarnaperiode, de tijd van Achnaton en Nefertiti (rond 1350 v. Chr.) nog ieder spoor en wordt naar de pers vooral gesproken over voorwerpen uit de Late Periode. Wereldwijd is daarmee duidelijk geworden hoe belangrijk collectieregistratie en open communicatie is in een situatie als deze.
Internationale instanties als Unesco -het ‘culturele Rode Kruis’-hebben een signaalfunctie. Met eigen ogen proberen afgevaardigden ter plekke te zien hoe de situatie is om te inventariseren welke hulp nodig is. Daarbij zijn ze afhankelijk van de omstandigheden en wie hen ontvangt. Vakgenoten zijn op persoonlijke titel dikwijls uitgesprokener. Ze discussiëren nog dagelijks op Facebook en via blogs over recente ontwikkelingen binnen de archeologie in Egypte (zie artikel over ‘meer actuele informatie’). In het afgelopen jaar is de positie van de voormalige minister van oudheden steeds discutabeler geworden. Ook de positie en rol van de presidentsvrouw nadert de verhaallijn van het boek. Hoe dicht dit fictieve verhaal precies de werkelijkheid zal benaderen, zal zich in de komende jaren uitwijzen.