Beschrijving
Syllabus Egyptisch Dodenboek
De syllabus ‘Egyptisch Dodenboek’ is bedoeld voor gevorderde cursisten hiërogliefenschrift. Deze syllabus neemt een aantal belangrijke magische spreuken uit het Egyptische Dodenboek onder de loep. Het vormt een verzameling spreuken die vanaf het begin van het Nieuwe Rijk op papyrus werd opgetekend. De oorspronkelijke Egyptische benaming luidt ‘Spreuken voor het Uitgaan bij Dag’. Veel van deze spreuken zijn ontleend aan de Piramidenteksten uit het Oude Rijk en de Sarcofaagteksten uit het Middenrijk. Het grote verschil is dat de spreuken van het Dodenboek nu voor het eerst op papyrus worden opgetekend. De thematiek van de teksten blijft ongewijzigd. De spreuken zijn bedoeld om de overledene iedere nacht opnieuw met goed gevolg een reis door de Doeat te laten maken. Dit deel van het Dodenrijk bevindt zich aan de binnenzijde van de hemelgodin Noet. Gedurende de nacht vaart de overledene samen met de ondergegane zon in een bark door haar lichaam in de richting van het oosten. Aan het begin van de ochtend zal de overledene daar samen met de zonnegod Ra-Horachte opnieuw tevoorschijn komen. De papyrusrollen met de spreuken uit het Dodenboek zijn vaak prachtig geïllustreerd met vignetten waarin de overledene staat weergegeven tijdens zijn of haar reis gedurende de nacht. Tijdens deze cursus van tien lessen worden de volgende spreuken in hun geheel of gedeeltelijk vertaald: BD 6, BD 7, BD 9, BD 17 (gedeeltes), BD 21-23 (gedeeltes), BD 30B, BD 32, BD 36, BD 40, BD 42, BD 50, BD 59, BD 89, BD 99, BD 110, BD 125, BD 130, BD 144-150 (gedeeltes), BD 151, BD 182, BD 189.