Description
Syllabus Goddelijk wierook
De Egyptenaren kenden verschillende soorten wierook. De verzamelnaam was ‘senetjer’ wat ‘goddelijk makend’ betekent. Het is een kleverig hars van de Boswellia papyrifera. Deze boom staat ook bekend onder de benaming ‘Soedanese wierook’. Vanwege zijn waardevolle hars wordt de boom gekweekt in Ethiopië, Eritrea en Soedan. De sterke geur van deze wierook wordt gekenmerkt door een frisse citroen-dennengeur en zorgt voor de neutralisatie van andere geuren. Het werd door de Egyptenaren als klompjes op houtskool gelegd. In de Egyptische tempels had het naast de goddelijke waarde ook een praktische betekenis. Het werd vooral gebruikt terwijl offerdieren werden geslacht. Het kon zo de stank van het bedervende bloed verdrijven. Als etherische olie is wierook huidvriendelijk. Het werkt verkoelend en heelt de huid bij kloofjes en barsten. Wellicht verklaart dit waarom wierook in Egypte, waar de huid veel aan de zon werd blootgesteld, zo geliefd was. Na een orakel te hebben ontvangen van Amon-Ra ondernam koningin Hatsjepsoet een expeditie naar het land Poent. De expeditie was bedoeld om goud, mirre, ivoor te bemachtigen. Het meest belangrijke product was echter de wierook die zouden worden gebrand in de tempel van Amon-Ra te Karnak. Daarbij werden complete wierookbomen meegenomen naar Egypte. Deze zijn geplant bij de dodentempel van Hatsjepsoet te Deir el-Bahri.