Description
Syllabus Zon, maan en planeten
In het Oude Egypte speelden de zichtbare hemellichamen een belangrijke rol, zowel in het Dodengeloof als in het dagelijks leven. De Egyptenaren zagen hun goden in de zon, de maan en de sterren weerspiegeld. ‘Urenpriesters’ volgen gedurende de nacht van uur tot uur de reis van de zonnegod Ra aan de stand van de sterren. Volgens de Egyptische opvattingen gaat de ondergegane zon namelijk niet onder de aarde door, maar reist hij in de door de slang Mehen verduisterde nachtbark van het westen terug naar het oosten. Tijdens deze moeizame vaartocht door het vruchtwater van de hemelgodin Noet treft de nachtgestalte van de zonnegod Ra vele gevaren op zijn route. De altijd in de nacht zichtbare sterrenbeelden rondom de noordelijke hemelpool, de tekens uit de dierenriem, Orion en Sothis en de 36 decanen vormen belangrijke oriëntatiepunten voor de juiste navigatie. Ook de steeds weer afnemende en wassende maan en de vijf zichtbare planeten spelen daarbij een belangrijke rol. De verbintenis tussen het ondergaan van de zon en het sterven van de mens is in de Egyptische geloofsopvatting onvermijdelijk. Alleen door de dood kan nieuw leven ontstaan. De herhaaldelijke tocht langs de hemel van de zonnegod Ra getuigt daarvan. Iedere avond zal hij sterven en iedere ochtend opnieuw worden geboren.