De oude Egyptenaren geloofden in een nieuw leven na de dood. Dit niet door reïncarnatie, maar in de vorm van een wedergeboorte in het eigen lichaam. Daarom was het voor de Egyptenaren van belang om na het overlijden het lichaam te mummificeren. Toch was men nog altijd bang voor het sterven van een ‘tweede dood’ in het hiernamaals. Magische bezweringen dienden dit te voorkomen. Volgens de Egyptische opvattingen bezit ieder mens twee zielen. De ene werd ‘ba’ genoemd, een spirituele macht in de vorm van een vogel met een mensenhoofd. De andere ziel was de ‘ka’, de levenskracht of identiteit van de dode. De ‘ba’ kon als een vogel het lichaam, en zelfs het graf, verlaten. De ‘ka’ moest ieder dag worden verzorgd en gevoed. De nabestaanden zetten daarom bij het graf brood en bier neer als een offer voor de ka-ziel. Voordat de ziel het voedsel tot zich kon nemen, diende bij de begrafenis een bijzonder ritueel te worden voltrokken. Door de mond van de mensvormige mummiekist met magische instrumenten aan te raken zou, de overledene weer over zijn zintuigen kunnen beschikken. Dit mondritueel was bedoeld om eeuwig voort te blijven bestaan in het Egyptische Dodenrijk.
Voor nadere informatie over deze lezing kunt u telefonisch contact opnemen met Huub Pragt via
06-12162042. U kunt ook een e-mail sturen naar info@egyptologie.nl. U krijgt zo spoedig mogelijk een reactie.
Terug naar: Lezingen.